De lesblokken

Wat is waar?

Wat is echt en wat is niet echt op televisie? Soms is deze grens heel vaag. Televisieprogrammaʼs, zoals reality-tv, het nieuws en documentaires, zijn een resultaat van oneindig veel keuzes. Tijdens het blok ʻWat is Waar?’ ontdekken de leerlingen dat niets is wat het lijkt en leren zij met een kritische blik televisie kijken en zelf films maken.  Aan de hand van bestaande filmfragmenten onderzoekt de klas hoe televisiemakers de werkelijkheid verbeelden en hoe een reportage wordt gemaakt. Ze doen film- en interviewoefeningen. Daarna gaan de leerlingen gemanipuleerde reportages maken over een straat in de buurt.

 Cultuurreporters in beeld

Tijdens dit blok gaan leerlingen films maken over zichzelf. Ze beginnen met het maken van een identiteitscirkel. Daarna leren ze de verschillende kaders en standpunten kennen en doen ze een camera oefening over een voorwerp dat bij hun identiteit past. Uiteindelijk maken ze een filmplan voor hun eindfilm die ze na schooltijd gaan opnemen. Ze kiezen een thema uit en maken een film over een aspect van zichzelf dat ze graag willen laten zien. Ze bedenken hoe ze zichzelf gaan presenteren en welke beelden ze daarvoor gaan filmen.

 

Onderzoeksdocumentaire

In dit blok gaan de leerlingen een onderzoeksfilm maken over een onderwerp dat ze zelf kiezen. Als een filmredactie van de school. Net zoals de redactie van de schoolkrant bedenken de leerlingen aan het begin van het blok waar een film over willen maken. Ze werken in groepjes van twee en kiezen een onderwerp en daarbij een hoofdvraag.  Ze interviewen mensen op straat en een expert om een antwoord te krijgen op hun vraag. Ondertussen monteren ze het filmmateriaal tot een onderzoeksfilm waarin hun vragen beantwoord worden, compleet met intermezzo (tussenstukje) en een conclusie.

Het land dat in mij leeft

De leerlingen gaan tijdens dit blok een film maken over hun eigen familiegeschiedenis. Ze interviewen hun opa, oma, vader, moeder, tante of oom over een bepaald aspect uit het verleden, bijvoorbeeld kleding, eten, school, liefde of oorlog. De film wordt een portret van de geïnterviewde en van de familie. Om het verleden op een visueel interessante manier te verbeelden, verwerken de leerlingen archiefmateriaal in hun film, zoals oude foto’s en films.  Zo schetst de film een tijdsbeeld die anders is dan de tijd waarin de leerlingen zelf opgroeien.

Mediacampagne

In dit blok gaan de leerlingen de mogelijkheden van film inzetten om een door hun zelf vastgesteld doel te bereiken.  Net zoals politici, kledingmerken of goede doelen dat doen. Door het verspreiden van een filmpje kun je een heleboel bereiken. De leerlingen bedenken een doel,  bijvoorbeeld: een nieuw gezond broodje van de plaatselijke ondernemer promoten of kinderboeken inzamelen voor kinderen in het asielzoekerscentrum. Ze bedenken een actie om hun doel onder de aandacht te brengen en maken een campagnefilm. Deze film publiceren ze online en ze proberen zoveel mogelijk views en reacties te krijgen om hun doelstelling te behalen. Het blok wordt afgesloten met een verkiezing voor de meest overtuigende mediacampagne.

Kunstclip

De leerlingen maken dit blok een filmportret over een persoon of groep die zich met kunst en cultuur bezighoudt. Bijvoorbeeld een dansgroep, een dj, een beeldend kunstenaar, een tekendocente, een creatief ondernemer of het cultureel centrum. De leerlingen maken een afspraak en gaan langs op de werkplek van deze persoon. Daar gaan ze filmen en interviewen. Naast de reportage zetten ze andere creatieve vormen van film inzetten, zoals animatie, video-clips en bijzondere standpunten.

Cultuurreporters en lezen

In dit blok maken de leerlingen een film over lezen. Vooraf bestuderen ze verschillende video’s en kunstbronnen die gaan over lezen, zoals een populaire vlogger en een snackautom

aat voor poezie. Vervolgens bedenken de leerlingen in een team wat de voordelen zijn van lezen en hoe zij anderen kunnen motiveren voor om te gaan lezen. Dit blok is goed te combineren met het vak Nederlands.

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken be

naderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen o

pdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

Cultuurreporters en werk

De leerlingen brengen een beroep of bepaalde sector in beeld. In de researchfase doen zij onderzoek naar een zelfgekozen beroep of sector. Dat kan bijvoorbeeld een sector zijn waar zij stage lopen of waar zij later zouden willen gaan werken. Het doen van research doen de leerlingen aan de hand van een uitprintbare Denkplaat waarop de leerlingen associatief kunnen nadenken en hun bevindingen kunnen opschrijven. Vervolgens maken zij een filmplan voor hun eigen film. Dit blok is goed te combineren met LOB.

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken benaderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen opdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

Cultuurreporters en nepnieuws

Tijdens dit blok verdiepen de leerlingen zich in fakenews. Ze zien de laatste ontwikkelingen rond neep-fake technologie en ontdekken wat de belangrijkste kenmerken van een neonieuws video zijn. In hun team maken ze twee video’s over hetzelfde actuele onderwerp. Het ene item is echt nieuws, het andere item is nep nieuws. In de items verwerken ze de kenmerkende eigenschappen van zowel betrouwbare als onbetrouwbare journalistiek. Vervolgens laten ze de video’s aan hun klasgenoten zien en moeten die raden wat echt en wat nep nieuws is. Dit blok past goed bij Digitale geletterdheid en Mediawijsheid. 

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken benaderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen opdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

Cultuurreporters, identiteit en verbeelding

In het laatste blok krijgen de leerlingen de vrijheid en maken ze hun eigen keuze. Ze maken een film over hun identiteit, hun toekomstdromen of hun wens voor de wereld. Deze film mogen ze individueel maken of in groepjes. Ze mogen hun film zelf vormgeven en krijgen daarbij inspiratie vanuit mixed-media technieken. Dit afsluitende blok geeft leerlingen en docenten bewust de vrijheid om een eigen persoonlijke en creatieve invulling te geven aan de thematiek.

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken benaderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen opdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

De lesblokken

Wat is waar?

Wat is echt en wat is niet echt op televisie? Soms is deze grens heel vaag. Televisieprogrammaʼs, zoals reality-tv, het nieuws en documentaires, zijn een resultaat van oneindig veel keuzes. Tijdens het blok ʻWat is Waar?’ ontdekken de leerlingen dat niets is wat het lijkt en leren zij met een kritische blik televisie kijken en zelf films maken.  Aan de hand van bestaande filmfragmenten onderzoekt de klas hoe televisiemakers de werkelijkheid verbeelden en hoe een reportage wordt gemaakt. Ze doen film- en interviewoefeningen. Daarna gaan de leerlingen gemanipuleerde reportages maken over een straat in de buu

rt.

 Cultuurreporters in beeld

Tijdens dit blok gaan leerlingen films maken over zichzelf. Ze beginnen met het maken van een identiteitscirkel. Daarna leren ze de verschillende kaders en standpunten kennen en doen ze een camera oefening over een voorwerp dat bij hun identiteit past. Uiteindelijk maken ze een filmplan voor hun eindfilm die ze na schooltijd gaan opnemen. Ze kiezen een thema uit en maken een film over een aspect van zichzelf dat ze graag willen laten zien. Ze bedenken hoe ze zichzelf gaan presenteren en welke beelden ze daarvoor gaan filmen.

 

Onderzoeksdocumentaire

In dit blok gaan de leerlingen een onderzoeksfilm maken over een onderwerp dat ze zelf kiezen. Als een filmredactie van de school. Net zoals de redactie van de schoolkrant bedenken de leerlingen aan het begin van het blok waar een film over willen maken. Ze werken in groepjes van twee en kiezen een onderwerp en daarbij een hoofdvraag.  Ze interviewen mensen op straat en een expert om een antwoord te krijgen op hun vraag. Ondertussen monteren ze het filmmateriaal tot een onderzoeksfilm waarin hun vragen beantwoord worden, compleet met intermezzo (tussenstukje) en een conclusie.

Het land dat in mij leeft

De leerlingen gaan tijdens dit blok een film maken over hun eigen familiegeschiedenis. Ze interviewen hun opa, oma, vader, moeder, tante of oom over een bepaald aspect uit het verleden, bijvoorbeeld kleding, eten, school, liefde of oorlog. De film wordt een portret van de geïnterviewde en van de familie. Om het verleden op een visueel interessante manier te verbeelden, verwerken de leerlingen archiefmateriaal in hun film, zoals oude foto’s en films.  Zo schetst de film een tijdsbeeld die anders is dan de tijd waarin de leerlingen zelf opgroeien.

Mediacampagne

In dit blok gaan de leerlingen de mogelijkheden van film inzetten om een door hun zelf vastgesteld doel te bereiken.  Net zoals politici, kledingmerken of goede doelen dat doen. Door het verspreiden van een filmpje kun je een heleboel bereiken. De leerlingen bedenken een doel,  bijvoorbeeld: een nieuw gezond broodje van de plaatselijke ondernemer promoten of kinderboeken inzamelen voor kinderen in het asielzoekerscentrum. Ze bedenken een actie om hun doel onder de aandacht te brengen en maken een campagnefilm. Deze film publiceren ze online en ze proberen zoveel mogelijk views en reacties te krijgen om hun doelstelling te behalen. Het blok wordt afgesloten met een verkiezing voor de meest overtuigende mediacampagne.

Kunstclip

De leerlingen maken dit blok een filmportret over een persoon of groep die zich met kunst en cultuur bezighoudt. Bijvoorbeeld een dansgroep, een dj, een beeldend kunstenaar, een tekendocente, een creatief ondernemer of het cultureel centrum. De leerlingen maken een afspraak en gaan langs op de werkplek van deze persoon. Daar gaan ze filmen en interviewen. Naast de reportage zetten ze andere creatieve vormen van film inzetten, zoals animatie, video-clips en bijzondere standpunten.

Cultuurreporters en lezen

In dit blok maken de leerlingen een film over lezen. Vooraf bestuderen ze verschillende video’s en kunstbronnen die gaan over lezen, zoals een populaire vlogger en een snackautom

aat voor poezie. Vervolgens bedenken de leerlingen in een team wat de voordelen zijn van lezen en hoe zij anderen kunnen motiveren voor om te gaan lezen. Dit blok is goed te combineren met het vak Nederlands.

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor

 willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken be

naderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er v

eel van zichzelf in kunnen leggen en geen o

pdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

Cultuurreporters en werk

De leerlingen brengen een beroep of bepaalde sector in beeld. In de researchfase doen zij onderzoek naar een zelfgekozen beroep of sector. Dat kan bijvoorbeeld een sector zijn waar zij stage lopen of waar zij later zouden willen gaan werken. Het doen van research doen de leerlingen aan de hand van een uitprintbare Denkplaat waarop de leerlingen associatief kunnen nadenken en hun bevindingen kunnen opschrijven. Vervolgens maken zij een filmplan voor hun eigen film. Dit blok is goed te combineren met LOB.

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken benaderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen opdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

Cultuurreporters en nepnieuws

Tijdens dit blok verdiepen de leerlingen zich in fakenews. Ze zien de laatste ontwikkelingen rond neep-fake technologie en ontdekken wat de belangrijkste kenmerken van een neonieuws video zijn. In hun team maken ze twee video’s over hetzelfde actuele onderwerp. Het ene item is echt nieuws, het andere item is nep nieuws. In de items verwerken ze de kenmerkende eigenschappen van zowel betrouwbare als onbetrouwbare journalistiek. Vervolgens laten ze de video’s aan hun klasgenoten zien en moeten die raden wat echt en wat nep nieuws is. Dit blok past goed bij Digitale geletterdheid en Mediawijsheid. 

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken benaderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen opdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

Cultuurreporters, identiteit en verbeelding

In het laatste blok krijgen de leerlingen de vrijheid en maken ze hun eigen keuze. Ze maken een film over hun identiteit, hun toekomstdromen of hun wens voor de wereld. Deze film mogen ze individueel maken of in groepjes. Ze mogen hun film zelf vormgeven en krijgen daarbij inspiratie vanuit mixed-media technieken. Dit afsluitende blok geeft leerlingen en docenten bewust de vrijheid om een eigen persoonlijke en creatieve invulling te geven aan de thematiek.

In het derde leerjaar (blok, 7, 8, 9 en 10) zijn de lessen wezenlijk anders opgebouwd dan blok 1 t/m 6. De leerlingen werken in grotere teams en krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de invulling en het proces van hun film. Ze werken met een interactieve hand-out waarin de opdracht staat beschreven en waarin bronnen staan voor hun researchfase. Vervolgens bedenken ze zelf de opbouw van hun film en kiezen ze welke filmtechnieken ze daarvoor willen gebruiken. In de handleiding kunnen ze per filmdeel en filmtechniek tips en voorbeelden vinden.  De filmtechnieken zijn: storytelling, interview, voxpop, presentatie, animatie, beeldverhaal, remix en mixed media. 

Het lesmateriaal is ontwikkeld volgens het Ontwerpmodel voor Authentieke Kunsteducatie van Emiel Heijnen. Volgens dit model wordt een kunstopdracht vanuit verschillende invalshoeken benaderd: vanuit de professionele kunst- (en film) praktijk, de wereld van de leerling en vanuit de maatschappelijke context. In de handleiding kunnen de leerlingen vanuit die drie werelden bronnen bekijken en onderzoeken. De centrale opdracht is complex geformuleerd: het is een open opdracht, zodat de leerlingen er veel van zichzelf in kunnen leggen en geen opdracht hetzelfde is. Tegelijk heeft zo’n met restricties zodat de creativiteit wordt aangewakkerd.

De leerlijn

 

Cultuurreporters! bestaat uit 10 blokken en 9 verdiepingsmodules. Bekijk ze hieronder.